Beleidsplan

Plaatselijke regeling ten behoeve van het leven en werken van de

Protestantse gemeente te Halle.

Inhoud

Paragraaf Inhoud

0 Inleiding en begrippen

1 Samenstelling van de kerkenraad, kleine kerkenraad en werkgroe­pen

2.1. Verkiezing van ambtsdragers algemeen

2.2. Verkiezing van ouderlingen en diakenen

2.3 Verkiezing van predikanten

3 De werkwijze van de kerkenraad

4 Besluitvorming

5 De kerkdiensten

6.1. De vermogensrechtelijke aangelegenheden— kerkrentmeesterlijk

6.2. idem, diaconaal

6.3. De vermogensrechtelijke aangelegenheden — begrotingen, jaarrekeningen, collecterooster

6.4. Overige taken van kerkrentmeesters en diakenen

7 Overige bepalingen

Ondertekening

Deze plaatselijke regeling is vastgesteld door de kerkenraad op 26 april 2005 en is vanaf

§ 0. Inleiding en begrippen

De Plaatselijke Regeling bevat die afspraken en regels binnen de Protestantse Gemeente Halle, zover deze niet al zijn geregeld in de kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland. De Plaatselijke Regeling vormt een aanvulling op genoemde kerkorde en kan ook niet los gelezen en uitgelegd worden zonder de bepalingen in de kerkorde en bijbehorende ordinan­ties. Vanwege de leesbaarheid is gekozen om hieronder alleen de tekst van de Plaatselijke Regeling af te drukken, waarbij verwezen wordt naar de desbetreffende ordinanties.

In een klein aantal situaties wijken de begrippen die in de Protestantse Gemeente Halle wor­den gebruikt af van de begrippen in de kerkorde en ordinanties. Waar in de kerkorde sprake is van kleine kerkenraad, moderamen en werkgroepen wordt in de Plaatselijke Regeling Pro­testantse Gemeente Halle respectievelijk de begrippen moderamen, klein moderamen en raden gebruikt.

§ 1. Samenstelling van de kerkenraad, Moderamen en Raden

Ordinantie 4.6 en 4.10

A. Kerkenraad

1A1. Aantal ambtsdragers (B)

predikant

2

ouderlingen

12

ouderlingen-kerkrentmeester

4

diakenen

2

totaal

21

De kerkenraad bestaat uit de volgende ambtsdragers:

§ 1B. Samenstelling van het moderamen

1B.1. Aantal ambtsdragers (C) Het moderamen bestaat uit de volgende ambtsdragers:

ouderling-voorzitter

1

ouderling-scriba

1

predikanten

2

ouderling-kerkrentmeester

1

ouderling uit de Pastorale Raad

1

diaken uit de Missionair Diakonale Raad

1

ouderling uit Jeugdraad

1

totaal

8

§ IC Samenstelling Raden en werkgroepen

I C.1. Raden

De volgende raden zijn ingesteld: Samenstelling:

  1. Pastorale Raad Wijkouderlingen en pastoraal medewerkers

  2. Missionair – Diakonale Raad Diakenen, diakonale vrijwilligers, werkgroep

Oecumene Wereldwijd en Missionaire Werkgroep

  1. Jeugdraad Jeugdouderlingen, werkgroepen jeugdwerk en

catechese

  1. College van Beheer College van kerkrentmeesters en overige leden

§ 2.1 Verkiezing van ambtsdragers – algemeen

Ordinantie 3.2

Generale regeling gastlidmaatschap art. 6

2.1.1. Stemrecht

De belijdende leden zijn stemgerechtigd. Tevens zijn de doopleden, die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt, stemgerechtigd.

Gastleden worden in dezen gelijkgesteld met de leden.

2.1.2. Regels voor het stemmen

  1. De stemming geschiedt schriftelijk.

  2. Indien er meer kandidaten zijn dan er verkozen moeten worden, zijn van hen verkozen diegenen op wie de meeste stemmen zijn uitgebracht en die de meerderheid van de uitgebrachte stemmen hebben behaald, tot het aantal vacatures dat vervuld moet worden.

  3. Indien voor een vacature geen van de kandidaten een meerderheid heeft behaald, vindt een herstemming plaats tussen de twee kandidaten die de meeste stemmen behaalden.

  4. Staken de stemmen, dan vindt herstemming plaats. Staken de stemmen weer, dan beslist het lot.

2.1.3. Stemmen bij volmacht

Er kan bij volmacht worden gestemd, met dien verstande dat niemand meer dan twee gevolmachtigde stemmen kan uitbrengen en alleen stemgerechtigde leden gevolmachtigde stemmen kunnen uitbrengen.

De volmachten zijn schriftelijk en ondertekend en worden van te voren aan de kerkenraad getoond.

§ 2.2. Verkiezing van ouderlingen en diakenen

Ordinantie 3.6 en 3.7

2.2.1 De verkiezing van ouderlingen en diakenen vindt plaats in maart

2.2.2. De uitnodiging tot het doen van aanbevelingen, genoemd in Ord. 3-6-3, wordt tenmin­ste 6 weken voordat de verkiezing plaats heeft, door de kerkenraad gedaan

De uitnodiging om te stemmen wordt tenminste 2 weken voordat de verkiezing plaats heeft, door de kerkenraad gedaan.

2.2.3. Ouderlingen en diakenen worden gekozen tijdens een vergadering van stemgerech­tigde leden.

§ 2.3 Verkiezing van predikanten

Ordinantie 3.4

2.3.1. De uitnodiging om te stemmen wordt tenminste twee weken voordat de verkiezing plaats heeft door de kerkenraad gedaan.

§ 3. De werkwijze van de kerkenraad, het moderamen en de raden

Ordinantie 4.0 en 4.8

3.1. Aantal vergaderingen

De kerkenraad vergadert in de regel 6 maal per jaar. Het moderamen vergadert in de regel 10 maar per jaar.

3.2. De vergaderingen van de kerkenraad en het moderamen worden tenminste 10 dagen van te voren bijeengeroepen door het klein moderamen, onder vermelding van de zaken, die aan de orde zullen komen (de agenda).

3.3. Van de vergaderingen wordt een schriftelijk verslag opgesteld, dat in de eerstvolgende vergadering door kerkenraad respectievelijk moderamen wordt vastgesteld.

3.4. Verkiezing moderamen

De in ord. 4.8.2. genoemde jaarlijkse verkiezing van het moderamen geschiedt in de eerste vergadering na Pinksteren.

3.5. Plaatsvervangers

In de vergadering genoemd in art. 3.4 worden de plaatsvervangers van de preses en de scriba aangewezen.

3.6. de gemeente kennen in en horen over

In de gevallen dat de kerkorde voorschrijft, dat de kerkenraad de gemeente kent in een bepaalde zaak en haar daarover hoort belegt de kerkenraad een bijeenkomst met de (betref­fende) leden van de gemeente, die wordt

  • aangekondigd in het kerkblad, dat voorafgaande aan de bijeenkomst verschijnt en

  • afgekondigd op tenminste twee zondagen, die aan de bijeenkomst voorafgaan. In deze berichtgeving vooraf maakt de kerkenraad kenbaar over welke zaak hij de gemeente wil horen.

3.7. Tot de vergaderingen van de kerkenraad worden gemeenteleden en andere belangstellenden als toehoorder toegelaten, tenzij de kerkenraad besluit een zaak in beslotenheid te behandelen.

3.8. Het lopend archief van de kerkenraad en het moderamen berust bij de scriba, met inachtneming van de verantwoordelijkheid van de het college van kerkrentmeesters voor de archieven van de gemeente uit hoofde van Ord. 11-2-7 sub g.

3.9. Taken van de raden

Pastorale Raad

De Pastorale Raad heeft als taak de organisatie en uitvoering van het pastorale werk in de gemeente. De Pastorale Raad draagt zorg voor de toerusting van de pastorale vrijwilligers en adviseert de kerkenraad over pastorale aangelegenheden.

De Missionair — Diakonale Raad

De Missionair Diakonale Raad heeft als taak de organisatie en uitvoering van de missionaire en diakonale werkzaamheden in, vanuit en namens de gemeente. De raad draagt zorg voor de toerusting van de missionaire en diakonale vrijwilligers en van de gemeente als geheel en adviseert de kerkenraad over missionaire en diakonale aangelegenheden.

De Jeugdraad

De Jeugdraad heeft als taak de organisatie en uitvoering van de activiteiten voor de jeugd, jongeren en jonggezinnen in de gemeente. De raad draagt zorg voor de toerusting van de jeugdwerkvrijwilligers en adviseert de kerkenraad over jeugdwerkaangelegenheden.

Het College van Beheer

Het College van Beheer heeft als taak het niet-diakonale vermogen van de gemeente te beheren en draagt tevens zorg voor het beheer van de stoffelijke goederen van de gemeente. De raad draagt zorg voor de toerusting van de eigen leden en adviseert de kerkenraad over beheers- en vermogensaangelegenheden.

3.10. De kerkenraad kan zich in zijn arbeid laten bijstaan door commissies, waarvan de taakomschrijving wordt vastgesteld in de kerkenraad

§ 4. Besluitvorming

Ordinantie 4.5

Geen specifieke artikelen naast de ordinantietekst

§ 5. De kerkdiensten

Ordinantie 5.1, 6.2, 7,2 en 5.4

5.1. De wekelijkse kerkdiensten van de gemeente worden volgens een door de kerkenraad vastgesteld rooster gehouden in de Grote Kerk en in de Kleine Kerk te Halle.

5.2.Bij de bediening van de doop van kinderen kunnen belijdende leden en doopleden de doopvragen beantwoorden.

5.3. Tot de deelname aan het avondmaal wordt een ieder toegelaten die hoopt op of gelooft in de toekomst van God.

5.4. Levensverbintenissen van twee personen, anders dan een huwelijk van man en vrouw, waarvan minstens één van de twee partners lid is van de Protestantse Gemeente Halle, kunnen als een verbond van liefde en trouw voor Gods aangezicht worden gezegend. Betrokkenen dienen een verzoek daartoe ten minste 10 weken van tevoren in te dienen bij de kerkenraad.

Na ontvangst van het verzoek voert een afvaardiging van de kerkenraad een gesprek met de betrokkenen.

Tenminste twee weken voorafgaande aan de kerkdienst, waarin de levensverbintenis wordt gezegend, wordt dit bekendgemaakt door middel van een afkondiging in een zondagse kerkdienst en een aankondiging in het kerkblad.

Indien geen van beide partners lid is van de Protestantse Gemeente Halle beslist de kerkenraad of de zegening van de levensverbintenis plaats kan vinden binnen de Protestantse Ge­meente Halle.

§ 6.1. De vermogensrechtelijke aangelegenheden kerkrentmeesterlijk

Ordinantie 11.2 en 11.5

6.1.1. Het college van kerkrentmeesters bestaat uit drie leden.

6.1.2. Van de drie kerkrentmeesters zijn er twee ouderling.

6.1.3. Het college van kerkrentmeesters wijst een administrateur aan.

De administrateur woont de vergaderingen van het college bij en heeft daar een adviserende stem. Op hem is het bepaalde in ord. 4-2 betreffende de geheimhouding van toepassing.

6.1.4. De penningmeester is bevoegd betalingen te doen namens de gemeente, met in achtneming van het door de kerkenraad vastgestelde beleidsplan en de begroting, tot een maximaal bedrag van € 5.000,- per betaling.

Voor betalingen boven dit bedrag zijn voorzitter en penningmeester of secretaris en pen­ningmeester gezamenlijk bevoegd.

Bij afwezigheid of ontstentenis van de penningmeester treedt de voorzitter op als diens plaatsvervanger.

6.1.5. Tijdens de eerste vergadering na de bevestiging van nieuwe ambtsdragers kiest het college voorzitter, secretaris en penningmeester en diens plaatsvervangers.

§ 6.2. De vermogensrechtelijke aangelegenheden diaconaal

Ordinantie 11.3 en 11.5

6.2.1. Het college van diakenen bestaat uit vier leden.

6.2.2. Het college van diakenen wijst uit zijn midden een administrerend diaken aan, die belast wordt met de boekhouding van het college. Indien binnen het college geen lid in staat is deze taak te vervullen wijst het college een administrateur aan.

De administrateur woont de vergaderingen van het college bij die voor het uitvoeren van de taak relevant zijn en heeft daar een adviserende stem. Op hem is het bepaalde in ord. 4-2 betreffende de geheimhouding van toepassing.

6.2.3. De penningmeester is bevoegd betalingen te doen namens de diaconie, met in achtneming van het door de kerkenraad vastgestelde beleidsplan en de begroting, tot een maximaal bedrag van 2.000 euro per betaling.

Voor betalingen boven dit bedrag zijn voorzitter en penningmeester gezamenlijk bevoegd. Bij afwezigheid of ontstentenis van de penningmeester treedt de voorzitter op als diens plaatsvervanger.

De penningmeester/administrateur en de voorzitter zijn beiden bij de bank handelingsbevoegd.

Tekstvak: Pagina 7 van 76.2.4. Tijdens de eerste vergadering na de bevestiging van nieuwe ambtsdragers kiest het college voorzitter, secretaris en penningmeester en diens plaatsvervangers.

§ 6.3. De vermogensrechtelijke aangelegenheden — begrotingen, jaarre­keningen, collecterooster

Ordinantie 11.6 en 11.7

6.3.1. Het in de gelegenheid stellen van gemeenteleden hun mening kenbaar te maken over begroting en jaarrekening.

Voor de vaststelling dan wel wijziging van de begroting en voor de vaststelling van de jaarre­kening worden deze stukken in samenvatting gepubliceerd in het kerkblad.

De volledige stukken kunnen gedurende een week worden ingezien. In de publicatie wordt de mogelijkheid geboden om hiervoor een afspraak te maken.

Reacties kunnen tot drie dagen na het einde van de periode van terinzagelegging worden gestuurd aan de scriba van de kerkenraad

§ 7. Overige bepalingen

7.1 In situaties, waarin de kerkorde en de plaatselijke regeling niet voorzien, beslist de kerkenraad.

Ondertekening

Aldus te Halle vastgesteld in de vergadering van de kerkenraad van 28 april 2005

…………………………… preses

…………………………… scriba