Veertigdagentijd

Op zondag 5 maart (of eigenlijk al op de woensdag ervoor – aswoensdag) begint de veertigdagentijd. In deze zeven weken leven we toe naar het sterven en de opstanding van onze Heer. Het is een periode van bezinning en inkeer en dat betekent dat de liturgische kleur in onze kerk paars wordt, wat juist hiervóór staat: voor de bedachtzaamheid. Het betekent ook dat het gloria, de lofzang op onze Heer, het halleluja, achterwege blijft. De versobering viert hoogtij.

Voor veel mensen vormen deze weken een tijd van vasten. Vasten kan soms heel helend of bezinnend werken. Door iets te laten staan – bijvoorbeeld vlees, zoetigheid, alcohol of social media – of juist door iets wél te doen – zoals vaker in de Bijbel lezen of meer bewegen – ben je bewust bezig en sta je vaker stil bij de periode waarin je leeft.

Tijdens de zondagse diensten volgen we dit jaar het spoor van het Luthers leesrooster. We lezen hiermee verhalen over Jezus, wie op weg gaat naar Pasen. Tegelijkertijd gaat het ook over al die andere mensen, die iets van die weg mee maken en die zo ontdekken dat onze God een God van leven is. Ook als er ziekte is of verdriet, ook als mensen hulp nodig hebben of hun hand op houden. Het gaat hiermee over geloof in het leven en in het licht van Pasen, wat zal gaan schijnen – geen twijfel mogelijk.